ExpositiesProjectenLezingenExcursiesLeskistenArcheologienieuwtjesAchtergrondenReagerenLinkenRoute | DE FRIEZENIn de zevende en achtste eeuw werd de kuststreek tussen het Zwin (huidig Vlaanderen) en de Weser (tegenwoordig Noord-Duitsland) Frisia genoemd en de bewoners van deze streek, de Friezen, stonden in heel West-Europa bekend als uitstekende handelslieden en bedreven zeelieden. Er waren weliswaar Friese koningen, maar Frisia was geen traditioneel koninkrijk. Dat kwam onder andere doordat de Friezen vrij geïsoleerd van elkaar woonden in terpdorpen en andere hooggelegen streken en vooral op zichzelf waren aangewezen. Wieringen was één van die bevolkingscentra, centraal gelegen aan de grens van West- en Midden Frisia die gevormd werd door de rivier de Vlie. Vertaling: Wieringen: in Elft behoort een dominiale hoeve met het saalland aan Sint Maarten met de lijfeigenen die in het dorp wonen, waarvan de namen zijn: Folkric, Hoffo, Redbald, Saxger, Thietmer, Redger, Redulf, Sinath, Reingerd, Saxbrath, Aldo, Ricbald de diaken, Wibald, Tiebo, Huno, Wulfbold, Aldolf, Geldulf, Hildulf, Oatbald, Garhelm, Betto, Saxger, Evorbald. Oslef, Osbruht, Tatto, Edo. In de achtste eeuw veroveren de Franken Frisia. Karel de Grote maakt in 785 Frisia definitief onderdeel van zijn rijk. De Franken konden het moerassige kustgebied alleen niet adequaat verdedigen en toen de opvolgers van Karel de Grote onderling ruzie kregen over de erfenis kon het gebeuren dat de Deense Vikingen vanaf ca. 830 voor langere tijd de feitelijke machthebbers in grote delen van Frisia werden.
* De Friezen |